Inleiding
Het project Soldaat Sikke Hiemstra heeft mijn kijk op defensie veranderd. Door dit project sta ik veel meer stil bij de rol van defensie, ook in de geschiedenis. Daarom heb ik besloten om dieper in te gaan op de rol van mijn familie binnen het leger. Ik ben er namelijk achter gekomen dat niet alleen mijn overgrootvader in het leger diende, maar ook mijn opa en mijn vader. Hoewel zij geen directe familie van elkaar zijn, geldt dat wél voor mij (Lars, de auteur van deze website). Dit artikel blikt daarom terug op drie generaties defensie.
Sikke (1925, 1928, 1930, 1939-1940).
Sikke, mijn overgrootvader, was dienstplichtig en maakte deel uit van de lichting van 1925. Hij diende in 1925, 1928 en 1930 enkele weken voor de Koninklijke Landmacht. Hierdoor had Sikke al enige ervaring opgedaan als militair vóór het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Naarmate de spanningen in Europa toenamen, besloot de Nederlandse regering het leger te mobiliseren. Tijdens de mobilisatie van 1939-1940 werd Sikke opnieuw opgeroepen. Hij hield deze periode een oorlogsdagboek bij en schreef zijn ervaringen hierin op. Sikke werd eerst gelegerd in het depotbataljon in Schoorl, waar hij een training volgde. Hij maakte daar deel uit van de 3e compagnie van het 9e Regiment Depotbataljon, III Depot Infanterie. Van augustus tot en met oktober 1939 verbleef hij in Schoorl. In oktober 1939 werd hij overgeplaatst naar Fort Uitermeer in Weesp, waar hij werd ingedeeld bij de 5e sectie, 2e compagnie, 1e bataljon van het 31e Regiment Infanterie. Het grootste deel van de mobilisatie (oktober 1939 – april 1940) bracht hij door op Fort Uitermeer. Toen Nazi-Duitsland in april 1940 Noorwegen en Denemarken aanviel, werd overwogen het bataljon van Sikke te verplaatsen. Uiteindelijk werd alleen zijn sectie overgeplaatst naar Muiderberg, waar hij deel uitmaakte van de 1e compagnie, 1e bataljon, van het 31e Regiment Infanterie.

Deze foto is genomen bij boer Galesloot. Op de foto is Sikke (linksonder) samen met zijn dienstmaten te zien.

Sikke in het midden (zonder muts en met Bril) vermoedelijk in Schoorl.
Tijdens de mobilisatie stond Sikke vaak op wacht en bezette hij stellingen. Daarnaast kreeg hij veel trainingen en lessen over krijgstucht, gasaanvallen, gedrag als militair, het gebruik van mitrailleur en pistool, en over ziektes. In zijn vrije tijd ging hij regelmatig naar de kerk, bezocht hij het militair tehuis of woonde hij voorstellingen bij die door het comité Ontwikkeling en Ontspanning werden georganiseerd. De mobilisatietijd kende ook uitdagingen, zoals de strenge mobilisatiewinter en de lichtkogel-affaire. Ook kwam het geregeld voor dat zijn verlof werd ingetrokken wanneer de spanningen in Europa of Nederland toenamen.
Zijn verblijf in Muiderberg zou echter niet lang duren, want op 10 mei 1940 startte Nazi-Duitsland de aanval op Nederland. Op die dag nam Sikke deel aan gevechtshandelingen, toen zijn regiment een vliegtuig onder vuur nam. Een dag later werd hij overgeplaatst naar Amsterdam, waar hij verdachte personen moest arresteren en eventueel optreden tegen parachutisten. Op 15 mei 1940 capituleerde het Nederlandse leger en werd Sikke krijgsgevangene. Tot 30 mei 1940 bleef hij in gevangenschap, waarna hij terugkeerde in het civiele leven.

Het marcheren was een belangrijk onderdeel voor dienstplichtige militairen. In deze foto is te zien hoe Sikke (soldaat met bril) samen met zijn dienstkameraden marcheert. Het is onbekend waar en wanneer deze foto is gemaakt.
Peter (1952-1954, 1957, 1960, 1963, 1965).
Peter, mijn grootvader, heeft de Tweede Wereldoorlog meegemaakt. Hoewel hij tijdens de bevrijding van Friesland met de Canadezen wilde meevechten tegen de Duitsers, hield zijn moeder hem tegen. Hij was immers veel te jong aldus zijn moeder. Ook Peter was dienstplichtig, maar in een geheel ander tijdperk dan Sikke. Zijn dienstplicht viel in de vroege jaren van de Koude Oorlog, waarbij de dreiging ditmaal niet uit Duitsland kwam, maar uit de Sovjet-Unie en het Warschaupact. Peter behoorde tot de lichting van 1948 en trad in 1952 in militaire dienst bij de Koninklijke Marine. Hoewel Sikke als dienstplichtige diende bij de Koninklijke Landmacht, sloot Peter zich aan bij de Koninklijke Marine-Reserve.
Hij moest zich eerst melden bij het Marine Opkomstcentrum (MOC) in Voorschoten, waar hij werd gekeurd. Na de keuring kwam hij terecht in het Marine Opleidingskamp (MOK) in Hilversum. Hier begon zijn eerste militaire vorming. Na enkele maanden vervolgde hij zijn opleiding aan de Verbindingsschool in Amsterdam, omdat hij onderdeel wilde zijn van de verbindingsdienst. Deze dienst was verantwoordelijk voor telecommunicatie. Peter werkte namelijk binnen de Marine als codeur-telexist. Dit was iemand die telexberichten intypte, verspreidde en codeerde.

Peter (tweede van links) bij het MOK in Hilversum.
Eind 1952 ging Peter naar het Koninklijk Instituut voor de Marine, waar hij een officiersopleiding volgde. Hij kreeg de rang van adelborst (officier in opleiding) en werd in 1953 officieel beëdigd als officier. Vervolgens werd hij enkele maanden gestationeerd op Marinevliegkamp Valkenburg, wat goed aansloot bij zijn volgende plaatsing. In oktober 1953 werd hij ingezet op het vliegdekschip Hr. Ms. Karel Doorman. Daarna diende hij in 1954 nog enkele maanden op de kruiser Hr. Ms. Jacob van Heemskerck, voordat hij werd ontheven uit werkelijke dienst.

De Hr. Ms. Karel Doorman was het tweede en tevens laatste vliegdekschip van Nederland. Peter diende op dit schip tussen oktober 1953 en januari 1954.

Dit was de Hr. Ms. Jacob van Heemskerck een lichte kruiser. Peter diende op dit schip tussen januari 1954 en april 1954. De tweede keer dat hij op dit schip diende was tussen 17 september en 28 september 1957.
In 1955 werd Peter bevorderd tot luitenant-ter-zee derde klasse en in 1956 tot luitenant-ter-zee tweede klasse. In 1957 keerde hij terug om te dienen op de Hr. Ms. Jacob van Heemskerck, maar toen was het schip al immobiel verklaard. Daarna vertrok hij met groot verlof. Peter keerde daarna nog driemaal terug voor oefeningen. De eerste keer was de NAVO-oefening Fall Exercises (FALLEX 60) in 1960, die bedoeld was om NAVO-lidstaten voor te bereiden op de eerste dagen van een oorlog. Tijdens deze oefening was hij gestationeerd bij het Maritime Headquarters Walcheren (MHQ). In 1963 nam hij deel aan een herhalingsoefening in Vlissingen, genaamd Searake. De precieze aard van deze oefening is niet bekend. In 1965 volgde een testoefening van de NAVO-operatie Match Maker, die bedoeld was om maritieme eenheden en ondersteunende faciliteiten te trainen. Peter diende toen als wachtofficier bij de NAVO-communicatie in Texel. Na deze oefening werd hij bevorderd tot luitenant-ter-zee tweede klasse, oudste categorie. Uiteindelijk werd hij in 1973 eervol ontslagen.

Een foto van Peter als officier.
Peter groeide op in een tijd van grote spanningen. Hij kwam bij de marine terwijl de Koreaoorlog (1950–1953) gaande was, een oorlog waar Nederland grondtroepen naartoe stuurde. Tijdens zijn periode als reservist dreigde Nederland in conflict te raken met Indonesië, dat steun kreeg van de Sovjet-Unie, over de kwestie Papoea-Nieuw-Guinea. Dit leidde zelfs tot een zeeslag (de Slag bij de Vlakke Hoek). Uiteindelijk wist Nederland oorlog te vermijden door Papoea-Nieuw-Guinea in 1962 af te staan. Later dat jaar brak de Cubacrisis uit, wat de spanningen in de wereld verder deed oplopen. Toch leidde het niet tot een grootschalige oorlog waarbij Peter werd betrokken, zoals Sikke in zijn tijd wél werd betrokken.
Roger (1987-1988)
Roger, mijn vader, was net als Sikke dienstplichtig en moest zijn dienstplicht vervullen in het leger. In maart of april 1987 sloot hij zich aan bij de Koninklijke Landmacht. Hij werd ingezet als dienstplichtige tegen het einde van de Koude Oorlog, een periode waarin de spanningen weliswaar afnamen maar nog niet verdwenen waren. In de Sovjet-Unie was sinds 1985 Gorbatsjov aan de macht die hervormingen doorvoerde, maar tegelijkertijd namen de spanningen met de Sovjetrepublieken toe. Bovendien was de Sovjet-Unie nog steeds verwikkeld in een langdurige oorlog in Afghanistan (1979-1989). In deze context vervulde Roger zijn dienstplicht.

Roger in het midden samen met zijn dienstkameraden.

Een mortier werd afgeschoten. Indien u goed kijkt kunt u de mortier zien vliegen.
Roger werd gelegerd in de J. van den Kornputkazerne te Steenwijk, waar hij deel uitmaakte van het 45e Pantserinfanteriebataljon. Dit was onderdeel van het Regiment Infanterie Oranje Gelderland. Hij werd ingedeeld bij de mortiersectie, die als taak had de pantserinfanterie te ondersteunen. Roger kon erg goed rekenen, waardoor hij geschikt was voor de mortieren. Hij moest namelijk de coördinaten waar de mortieren moesten inslaan snel en nauwkeurig berekenen. Roger werd bevorderd tot onderofficier en bereikte de rang van sergeant. In die functie was hij vuurregelaar.
In september 1988 nam Roger deel aan een NAVO-oefening in West-Duitsland, Operation Free Lion, onder leiding van de Nederlandse legerleiding. Nederland leverde hiervoor ongeveer 33.000 militairen, terwijl Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten gezamenlijk ongeveer 10.000 militairen leverden. In totaal diende Roger ongeveer dertien maanden in het leger en in oktober 1988 trad hij uit militaire dienst.
Net als Peter heeft Roger geen rol hoeven spelen in een oorlog, waarbij Nederland betrokken raakte.

Roger boven op een pantservoertuig bij de mitrailleur.

Links de rang van Sergeant en rechts het logo van het Regiment Infanterie Oranje Gelderland.
Ik (-)
Tot slot mijzelf. In tegenstelling tot mijn overgrootvader, grootvader en vader hoefde ik niet in militaire dienst. Ik ben geboren in 1999 en daarom is de dienstplicht voor mijn generatie iets uit een ver verleden, omdat de opkomstplicht sinds 1995 is opgeschort. De Amerikaanse socioloog Francis Fukuyama schreef na de val van de Berlijnse Muur over “het einde van de geschiedenis”. Volgens Fukuyama zouden grootschalige conflicten tot het verleden behoren en zou de internationale gemeenschap zich vooral bezighouden met economische vraagstukken. Deze analyse bleek niet geheel correct, aangezien de spanningen sindsdien juist flink zijn toegenomen. De terroristische aanslagen op de Twin Towers (2001), de oorlog in Afghanistan (2001), de Irakoorlog (2003), de Russische invasie in Georgië (2008), de Syrische burgeroorlog (2011), de Russisch-Oekraïense oorlog (2014) en de oorlog in Gaza (2023) laten zien dat de spanningen niet zijn afgenomen.
Door deze toegenomen spanningen overweegt Nederland de herinvoering van de dienstplicht. Ook blijft onzeker of de huidige geopolitieke situatie uiteindelijk zal uitmonden in een grootschalige oorlog, waarbij Nederland mogelijk betrokken raakt. De tijd zal leren of ik alsnog in militaire dienst moet.

Een helm zonder drager.
Bronnen
- Archief Defensie, Militaire gegevens van Peter (Lichting 1950).
- Interview met Roger.
- NATO Archives, Item IPT 123/344 – NATO FALL EXERCISES 1960, https://archives.nato.int/nato-fall-exercises-1960.
- NATO Archives, Item MC 0043/18-DRAFT – NATO EXERCISES 1965, https://archives.nato.int/nato-exercises-59.
- Sander Ruys, ‘PANTSER INFANTERIE BATALJONS YP 408’, DAF YP 408, https://www.dafyp408.nl/painfbats.htm.
- Sikke Hiemstra, Dagboek Sikke Hiemstra: Mobilisatie 1939-1940, https://soldaatsikkehiemstra.com/dagboek/versie-ii/.
- Vereniging Dienstplichtigen Koude Oorlog, ‘Overzicht oefeningen dienstplicht periode tijdens de Koude Oorlog van 1949 – 1 mei 1997’, https://41dko.nl/overzicht-oefeningen-dienstplicht-periode-tijdens-de-koude-oorlog-van-1949-1-mei-1997/.
